Veilige Slaaphouding

Plaats je baby altijd op zijn rug om te slapen, tenzij medische redenen anders voorschrijven. Rugligging is de veiligste positie, waardoor het gezichtje vrij blijft en de ademhaling van de baby vrijer is, terwijl hij zijn temperatuur beter kan regelen.

Zelfs bij ziekte blijft rugligging de voorkeur genieten. Het vrijgehouden hoofdje en gezichtje helpen het kind om sneller van koorts af te komen, en in geval van oprispingen is er minder risico op verslikken in vergelijking met buikligging. Zijligging wordt niet aanbevolen vanwege de instabiliteit en het verhoogde risico dat de baby zich omdraait naar de buik. Indien zijligging echter in overleg met de arts wordt gekozen, moet ervoor worden gezorgd dat de baby stabiel ligt.

Vanaf de tweede maand kan de baby, wanneer wakker en onder toezicht, regelmatig op zijn buik worden gelegd om te spelen en te oefenen met het opheffen van het hoofdje. Het motto blijft: “slapen op de rug, spelen op de buik”.

 

Bij een kamertemperatuur van 18°C

De optimale temperatuur voor de slaapkamer van een baby is 18°C. Zorg ervoor dat de kleding en het beddengoed zijn aangepast aan deze kamertemperatuur, niet aan de buitentemperatuur.

Plaats je baby nooit naast een verwarming of in direct zonlicht om te slapen. Bij vloerverwarming is het verstandig om direct contact met de vloer te vermijden. Gebruik bijvoorbeeld een speelmat of draagwiegje om de baby van de grond te houden.

Niet te warm ingeduffeld & veilig toegedekt

Een baby reguleert zijn lichaamstemperatuur voornamelijk via het hoofdje. Daarom is het belangrijk om het hoofdje altijd vrij te houden. Baby’s hebben vaak meer last van warmte dan van kou, vooral omdat ze vaak te warm worden aangekleed. Houd het kindje lichtjes bedekt. Een laken en één dekentje, of een lichte slaap- of trappelzak, zijn voldoende. Het combineren van dekens en een trappelzak kan al snel te warm zijn. Kies een veilige slaap- of trappelzak die past bij de grootte van het kind, met armsgaten en bij voorkeur een ritssluiting. Gebruik nooit donsdekens of dekbedden, omdat deze oververhitting kunnen veroorzaken en gemakkelijk over het neusje en mondje van de baby kunnen glijden, waardoor de ademhaling belemmerd wordt.

Een deken moet altijd onder de matras kunnen worden gestopt, niet te strak en niet te los. Dek het kindje laag in, zodat de voetjes bijna tegen het voeteneinde van het bed kunnen komen om te voorkomen dat het kind naar beneden schuift. Warmwaterkruiken, kersenpitjes of elektrische dekens mogen nooit in het bed van een slapende baby worden gebruikt. Bij koortsige baby’s moet de kleding en bedekking tot een minimum worden beperkt.

In een rookvrije, verluchte slaapomgeving

Voorkom dat iemand in de buurt van je kind of in zijn slaapkamer rookt. Zorg ervoor dat de kamer waarin je kind slaapt regelmatig wordt gelucht, vooral als er een kachel of gasbrander wordt gebruikt voor verwarming. Verlucht ook het bedje regelmatig.

In een veilig bedje of wiegje

Het wiegje of bedje moet voldoende ruim zijn en zijdelingse ventilatie toestaan. Een spijlenbedje heeft de voorkeur. Zorg ervoor dat de afstand tussen de spijlen meer dan 8 cm bedraagt om te voorkomen dat het hoofdje van de baby klem komt te zitten. Leg je baby om te slapen op een stevige, vlakke matras om te voorkomen dat hij erin kan wegzakken, zonder gebruik te maken van een hoofdkussen.

Om verstikking of beknelling te voorkomen:

• Gebruik een matras die past bij de afmetingen van het wiegje of bedje, zodat de baby niet vast kan komen te zitten tussen de matras en de bedrand.
• Vermijd het gebruik van hoofdbeschermers of stootkussens, omdat het mondje of neusje van de baby erin gedrukt kan worden.
• Verwijder alle overbodige, losse of zachte voorwerpen uit het wiegje of bedje waar de baby in verstrikt kan raken of die het gezichtje kunnen bedekken, zoals pluchen knuffeltjes, plasticfolie, lintjes, touwtjes, enzovoort.
• Gebruik geen halskettingen of fopspeentouwtjes rond de nek van de baby.
• Houd huisdieren uit de kamer waar de baby slaapt.

Met respect voor een regelmatig slaap- en waakritme

Houd rekening met het dagelijkse slaapritme van je kind en zorg ervoor dat het voldoende rust krijgt, zelfs en vooral tijdens vermoeiende en lawaaierige activiteiten zoals lange reizen, verhuizingen, en feesten zoals doopfeesten.

Veilig slapen in de wagen

Zorg ervoor dat de auto niet te warm wordt. Haal het mutsje en jasje van je baby uit in de auto. Geef je baby regelmatig te drinken tijdens lange ritten, vooral bij warm weer. Laat je kind nooit alleen achter in de auto. Als je auto een airbag heeft, plaats het kinderzitje (zoals een Maxi-Cosi) nooit voorin de auto.

Toezicht na lang of hevig huilen

Wanneer je kind na een langdurige of hevige huilbui uitgeput in slaap valt, kan het in een ongebruikelijke houding terechtkomen die de ademhaling kan belemmeren. Controleer daarom altijd hoe je kind in slaap is gevallen na zo’n intense huilbui. Probeer ook de oorzaak van de hevige huilbui te achterhalen.

Binnen gehoorafstand

Vanwege de afhankelijkheid en kwetsbaarheid van je baby heeft hij of zij een sterke behoefte aan zorg en toezicht. Probeer je kind dus zo veel mogelijk in de buurt te houden, zowel ‘s nachts als overdag. Houd bijvoorbeeld een deur open of maak gebruik van een babyfoon. Overweeg om je baby tot de leeftijd van één jaar in jouw slaapkamer te laten slapen, maar wel in zijn of haar eigen wiegje.

Wees waakzaam en raadpleeg tijdig een arts

Iedereen die zorgt voor jonge kinderen moet zeer alert zijn. Als je een van de volgende signalen opmerkt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts:

• Bij een lichaamstemperatuur hoger dan 38°C of lager dan 36°C zonder duidelijke reden.
• Als de baby kreunt of een zwak of hees geluid maakt bij het huilen.
• Als de baby minder responsief is, ongewoon rustig of juist opvallend druk.
• Als de baby tijdens de slaap ongewoon bleek of blauw lijkt.
• Als de baby tijdens de slaap buitengewoon veel zweet, waardoor zijn kleding of beddengoed doorweekt is.
• Als de baby een luidruchtige, snurkende ademhaling heeft buiten perioden van verkoudheid.
• Als de baby weigert te eten of veel braakt.
• Als de baby diarree heeft en tegelijkertijd braakt.
• Als de baby moeite heeft met ademhalen.

Voorzichtig met geneesmiddelen

Gebruik geen enkel medicijn voor je kind zonder een doktersrecept, vooral niet voor hoestsiropen of kalmerende middelen. Deze kunnen een abnormaal diepe slaap veroorzaken en de ademhaling vertragen. Probeer ook geen sterke traditionele neusdruppels zonder overleg met een arts. Als je baby een verstopt neusje heeft met witte of heldere slijmen, kun je het neusje reinigen met een ‘fysiologische zoutoplossing’, die verkrijgbaar is bij de apotheek zonder recept. Als je borstvoeding geeft, neem dan zelf geen medicijnen zonder eerst je arts te raadplegen.

Brondvermelding:

Dr. Balemans E, dr. Bouvry M, dr. Braat E., dr. Deconinck A, dr. De Muynck B, dr. Dermauw A., dr. Dewulf J., dr. Oosterlynck C., dr. George I., dr. Vallaeys L. 2022. Veilig slapen (verminder zo het risico op wiegedood). Geraadpleegd op 07/03/2024.